Het verhaal van Koos de Wit over zijn vader Jolle de Wit uit Dronryp
‘Vijf maanden lang, van januari tot mei 1945, bestond er in de Duitse marinestad Wilhelmshaven een strafkamp: het Lager Schwarzer Weg. Twee dagen na kerst 1944 vielen bij een razzia een man of zeven in handen van de Duitsers. Onder hen mijn vader Jolle de Wit, bode en vrachtrijder in Dronryp en wijde omgeving. Hij is toen afgevoerd naar dit strafkamp Schwarzer Weg. In april 1945 is mijn vader samen met een groep van ca. 300 uitgemergelde mannen met een ziekentransport op een rijnaak gezet om de overtocht van Emden naar Delfzijl te maken. De Duitse commandant in Delfzijl wilde de rijnaak niet toestaan daar aan te meren en wilde het schip weer de zee opsturen met het risico dat het daar getorpedeerd zou worden. Dankzij tussenkomst van de burgemeester van Delfzijl is dat toen voorkomen en zijn de mannen opgevangen in Delfzijl. Sommige van de mannen waren er zo slecht aan toe, dat zij zelfs niet meer konden eten en drinken en nog in Delfzijl gestorven zijn. Mijn vader is uiteindelijk op 19 april 1945 thuisgekomen. Deze datum werd elk jaar door hem herdacht. Hij vond deze datum belangrijker dan het vieren van zijn verjaardag’.
Afbeelding : Tekening van een barak in strafkamp Schwarzer Weg
